Deelsessies

Tijdens dit congres bezoekt u in twee rondes een deelsessie. Bij uw aanmelding kunt u voor iedere ronde een voorkeur en een reservekeuze opgeven. U heeft keuze uit 12 en 11 verschillende deelsessies.


1.VVE-beleid verrijken met opbrengstgericht werken
Heleen Versteegen, adviseur en trainer, Sardes en Pasha Elstak, projectleider Opleiding en Scholing KVVE, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, Gemeente Amsterdam.
Opbrengstgericht werken is een belangrijke nieuwe impuls om te werken aan de kwaliteit van VVE. Het onderwijs heeft ervaring met deze manier van cyclisch werken, maar opbrengstgericht werken met jonge kinderen vraagt om een andere aanpak.

In de deelsessie gaan wij in op wat opbrengstgericht werken met jonge kinderen zo speciaal maakt en wat het kan opleveren voor het gemeentelijk VVE-beleid. De Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Amsterdam, heeft de pilot Kwaliteitsaanpak Voor- en Vroegschoolse Educatie (KVVE) opgezet om deze manier van werken op een gedegen manier te laten landen bij scholen en voorscholen. Wat zijn belangrijke ingrediënten voor implementatie en wat is de rol van de gemeente in het proces?
 
2. De Brede School Academie in Utrecht: een bijzondere doelgroep voor talentontwikkeling
Drs. Kees Broekhof, senior adviseur en trainer, Sardes en Arjen Scholten, projectleider Brede School Academie Utrecht.
De Brede School Academie (BSA) in Utrecht is een naschoolse voorziening waar getalenteerde leerlingen extra taalonderwijs krijgen. Het gaat om kinderen met een sterke motivatie en redelijke scores, maar die door een beperkte beheersing van de Nederlandse taal er niet in slagen hun leertalent volledig te ontwikkelen. In de BSA krijgen deze kinderen, afkomstig uit groep 6, 7, 8  en de brugklas, twee keer per week 2,5 uur extra taalonderwijs in een stimulerende leeromgeving. De BSA is een groot succes, bij kinderen en bij ouders. Van een tijdelijk project in een wijk is het uitgegroeid tot een structurele gemeentelijke voorziening. In deze workshop lichten we de kenmerken en selectie van de doelgroep toe en laten we zien met welk programma we deze leerlingen een stap verder krijgen in hun ontwikkeling.
 
3. Passend Onderwijs en Jeugdzorg: Schoolteams, een oplossing
Gerrit van der Wende, Brabant Youth Academy en Loes Schalken, Aloysiusstichting.
Als antwoord op het voorkomen van schooluitval en uitsluiting van kwetsbare leerlingen biedt het Schoolteam begeleiding in de eigen leefomgeving van de leerling. De begeleiding is generalistisch van aard omdat de teams multidisciplinair handelen vanuit expertise op het gebied van psychosociale- en gedragsproblemen (smw en jeugdzorg), in combinatie met leerproblemen (ambulante onderwijsbegeleiding). De begeleiding is dan ook gericht op het versterken van eigen krachtsystemen: leerling, ouders en de school. De zorg wordt niet overgenomen, maar aanwezige capaciteiten van de leerling, zijn ouders en de school, worden benut en versterkt.De effectiviteit wordt vergroot door brede inzet van expertise in de verschillende leefgebieden en door accuraat en preventief handelen door de fysieke aanwezigheid van het team in de school. Het geheel sluit aan bij de visie van Passend Onderwijs en Transitie Jeugdzorg om zorg en onderwijs dichter bij elkaar te brengen en hulp voorliggend te verlenen, waar het voorliggend kan.
 
4. Onderwijsbeleving van jongeren; onderzoek als middel tot kwaliteitsverbetering
Drs. Olga Abell, onderzoeker en trainer, Sardes en Allard Piepenbrock, verandermanager jeugd(zorg), onderwijs, verzuim en veiligheid.
De manier waarop jongeren het onderwijs beleven speelt –naast andere factoren– een belangrijke rol bij het slagen of falen in hun weg naar een zelfstandige maatschappelijke positie. Sardes deed onderzoek naar de onderwijsbeleving van jongeren op drie scholen voor voortgezet onderwijs en één ROC, alle vier gevestigd in Amsterdam Zuidoost. In deze presentatie vertellen wij u over de opzet van het onderzoek, over de resultaten en over de implicaties voor praktijk en beleid in Amsterdam Zuidoost.
 
5. Zelfredzaamheid centraal in duurzamer leerlingenvervoer
Carolien Aalders, specialist Leerlingenvervoer en eigenaar van Carolien Aalders Training & Advies in Leerlingenvervoer en Sjak Rutten, onderwijsadviseur.
Uit onderzoek van Sardes blijkt dat veel gemeenten van de verantwoordelijkheid voor leerlingenvervoer af willen. Maar de samenwerkingsverbanden passend onderwijs staan niet te springen om het leerlingenvervoer over te nemen. Intussen zijn er steeds meer initiatieven om leerlingenvervoer duurzamer te maken en te investeren in het vergroten van de zelfredzaamheid van kinderen.
Sjak Rutten licht het onderzoek toe. Carolien Aalders (Carolien Aalders Training & Advies in leerlingenvervoer) gaat in op mogelijkheden en bestaande praktijkvoorbeelden om meer kinderen zelfstandig te laten reizen.           
 
6. Opbrengstgericht werken in brede school en IKC
Drs. Frank Studulski, senior adviseur, Sardes / Kenniscentrum Kindcentra
De tijden veranderen en ook de brede school en het ikc komen in een ander daglicht te staan.
De brede school is geen object, maar een manier van werken. Maar gemeenten en schoolbesturen stellen steeds dwingender de vraag: wat levert het op? Het gemeenschapsgeld moet goed worden besteed. Het is dan verstandig om doel en middel goed te onderscheiden; brede school en ikc zijn ook twee verschillende werkwijzen. Uit onderzoek en praktijk weten we dat er werkwijzen zijn die meer opleveren en die wel passen binnen de brede school. In deze deelsessie schetsen we het nieuwe perspectief voor de brede school en het ikc, waarbij opbrengstgericht werken wordt gevraagd.
 
7.Toekomstige bekostigingsarrangementen van het onderwijsachterstandenbeleid
Dr. IJsbrand Jepma, coördinator onderzoek bij advies- en onderzoeksbureau Sardes.
De overheid wil een toekomstbestendig en effectief onderwijsachterstandenbeleid in het primair onderwijs. De administratieve lasten van schoolbesturen en scholen en de onrechtmatige toekenning van financiële middelen zullen daarbij in de ban moeten worden gedaan. Wie kan daarom het beste de budgethouder zijn? Op basis van welke bekostigingsprincipes? En moet de bestedingsvrijheid aan banden worden gelegd?
Deze deelsessie besteedt aandacht aan de keuzen en afwegingen die grote consequenties kunnen hebben voor de bekostiging van het onderwijsachterstandenbeleid van gemeenten.

8. Werk voor (aan) de toekomst
Ing.Wilbert Roeleveld, directeur, Technocentrum Flevoland en Johan Vrielink, initiatiefnemer en aanjager, FabLab Flevoland.
Via FabLab kan men kennis maken en leren omgaan met veilige door computer aangestuurde machines. Een FabLab is een openbare digitale werkplaats. Onderwijsgevenden kunnen hier hun koudwatervrees overwinnen met betrekking tot wetenschap en techniekonderwijs. Het is naar het voorbeeld van de openbare bibliotheken de plek waar iedereen (jong en oud(ers) kennis kan maken met de betekenis van techniek in onze dagelijkse praktijk. Via leren van elkaar en meester-gezel constructies wordt kennis overgedragen en worden jong en oud uitgenodigd om creatieve ideeën om te zetten naar een ontwerp om dat vervolgens ook zelf te maken. De Fablabs zijn de kweekvijvers voor innovatieve jongeren.

9. Ouderbeleid: een gemeentelijke verantwoordelijkheid? (deze deelsessie is alleen in deelsessieronde 1 te volgen)
Dr. Karin Hoogeveen, senior-adviseur, Sardes en drs. Peter de Vries, consultant, CPS.
Er komt veel op gemeenten en schoolbesturen af: voor- en vroegschoolse educatie, onderwijstijdverlenging, maar ook jeugdzorg, passend onderwijs. Ouders spelen bij al deze ontwikkelingen een belangrijke rol. Het wordt steeds duidelijker dat de ontwikkeling van kinderen erbij gebaat is als ouders, (voor)scholen en andere instellingen, zoals het consultatiebureau, centra voor jeugd en gezin samen optrekken in een pedagogische samenwerking. In de workshop geven we voorbeelden van de manier waarop gemeenten en besturen vorm kunnen geven aan ouderbeleid, hoe zij een visie kunnen ontwikkelen en doelen kunnen vaststellen, met elkaar en met ouders. Ook is er ruimte voor uitwisseling van ervaringen en het delen van goede praktijkvoorbeelden.

10.
Verzelfstandiging of achteruit leunen op overheidssubsidies?
Sjors Kremers, consultant, Bureau Asri en Ben Yerrou, oud-voorzitter, Asri.
Deze workshop gaat over de ontwikkeling van een gesubsidieerde organisatie naar een commerciële organisatie die op zoek gaat naar opdrachten i.p.v. het aanschrijven van subsidies. Hierbij zal de nadruk gelegd worden op de eventuele belangenverstrengelingen die kunnen ontstaan tussen enerzijds het opkomen voor de belangen van jongeren, en anderzijds de vrijheid die een organisatie krijgt van de opdrachtgevers met betrekking tot het uiten van de mening. Ook zullen wij het hebben over een aantal aspecten om organisaties aan te sporen tot verzelfstandiging, de stappen, het proces en de mogelijkheden zullen wij delen met de aanwezigen. Ook is ruimte voor discussie en vragen.

 
11. Meer eigen kracht in een coöperatieve samenleving
Eveline Stetter, lid Netwerk Coöperatie Overheid en coördinator Eigen Kracht Conferenties
Met de transities in het onderwijs en de (jeugd)zorg staan we voor fundamentele keuzes. Doorgeschoten cliëntdenken heeft ertoe geleid dat jeugd, ouders en professionals steeds meer verstrikt zijn geraakt in de posities van object versus producent van onderwijs, welzijnswerk en zorgverlening. Dit uit zich ook in moeizame discussies en tegenstellingen als het aankomt op het meten van resultaten: het gevoel van negatieve controle en georganiseerd wantrouwen krijgt daarin steeds meer de overhand.
Gelukkig zijn er ook ontwikkelingen die gericht zijn op het optimaal ontwikkelen en inzetten van eigen kracht en talenten van jeugd, ouders en professionals binnen de (sociale) verbanden waar zij deel van uitmaken. Dat is het perspectief van een coöperatieve samenleving waarin ouders en jeugd de hoofdrolspelers zijn en blijven in hun eigen leven en professionals zich opstellen als bondgenoten. Zo creëer je ruimte voor gezamenlijke doelen en duurzame samenwerking op basis van eigen en onderlinge (burger)kracht: thuis en in de buurt; in en rond basisvoorzieningen voor onderwijs, welzijn en zorg; op het werk en in vrijetijdsvoorzieningen en in de publieke ruimte. Dat vraagt wel om andere benaderingen en oplossingen. Actuele discussies en ontwikkelingen m.b.t. de effecten van marktwerking rond basisvoorzieningen, de positie en honorering van vrijwilligerswerk, flexibilisering van de arbeidsmarkt en de mogelijke geneugten van een basisinkomen zijn daarvoor een aanzet. Graag benutten we deze workshop voor een nadere verkenning van kansen en mogelijkheden van zo'n coöperatieve benadering als grondslag voor integraal jeugdbeleid.
 
12. Hoe kunnen CJG en onderwijs samen een fundament leggen voor talentontwikkeling?
Drs. Bernice Kobes, adviseur/trainer, JSO en drs. Ida Ouweneel, strategisch beleidsadviseur, Stichting CJG Rijnmond.
Talentontwikkeling biedt prachtige aanknopingspunten om de samenwerking tussen onderwijs en CJG vorm te geven. De focus op talentontwikkeling in plaats van “risicokinderen” of “achterstandsgezinnen” zorgt voor een gedeelde focus en positieve benadering.
In deze workshop besteden we aandacht aan de wijze waarop professionals van het CJG Rijnmond in hun contacten met ouders en jongeren aansluiten bij de opvoedingskwaliteiten en -mogelijkheden van ouders (draagkracht). Dit gebeurt vanuit pedagogische visie ‘steunen, stimuleren, sturen’  en dat doe je sámen. De ontwikkelingen rondom Passend Onderwijs en Transitie Jeugdzorg nodigen daar dan ook voor uit en vragen om hernieuwde samenwerking. We lichten toe op welke wijze het CJG dit samen met het onderwijs handen en voeten geeft. Onder meer binnen de ZAT’s (PO en VO) en door nieuwe initiatieven op diverse proeflocaties. Tot slot verkennen we graag met u welke aanvullende ideeën u heeft om het fundament voor talentontwikkeling verder te versterken.
Na deze workshop:
  • Heeft u een beeld van de wijze waarop het CJG Rijnmond inzet op talentontwikkeling en op welke manier dit vorm krijgt in de samenwerking met het onderwijs (PO en VO)
  • Neemt u praktische ideeën mee naar huis over vorm geven aan talentontwikkeling door onderwijs en CJG.